De M van Mineralen, de V van Vezels en Vitaminen en de E van Energie!

Welke? Wat doen ze? Waar zorgen ze voor?

Mineralen

IJzer:

–       Zorgt voor transport van zuurstof in het bloed

–       Zit in groenten, bonen (witte, bruine, linzen) volkorenbrood en vlees

Calcium:

–       Helpt bij opbouw en onderhoud van botten en gebit

–       Zit in borstvoeding en zuivelproducten als yoghurt

Magnesium:

–       Zorgt voor opbouw van botten en lichaamseiwit

–       Zorgt voor overdracht van zenuwprikkels en samentrekken van spieren

–       Zit in brood, granen, groenten, melkproducten en vlees

Natrium:

–       Zorgt voor regeling van vochthuishouding en bloeddruk

–       Komt in bijna alle (gezonde) voedingsmiddelen voor

–       Is voor kinderen/baby’s nog niet nodig, omdat nieren nog niet goed ontwikkeld zijn (dus niet teveel soepstengels geven, daar zit veel zout in)

Kalium:

–       Zorgt ook voor regeling vochthuishouding en bloeddruk

–       Zit in groenten, fruit, aardappelen, vlees, volkoren brood en melkproducten

Fosfor:

–       Zorgt samen met calcium voor stevige botten en tanden

–       Zit in melkproducten, peulvruchten, kaas, vis en vlees

Jodium:

–       Zorgt voor goede groei, ontwikkeling van zenuwstelsel en stofwisseling

–       Zit in volkoren brood, vlees en keukenzout

 Nitraat:

–       Is niet direct schadelijk, maar kan tijdens opwarmen en bewaren veranderen in nitriet en dit kan in grote hoeveelheden wel schadelijk zijn.

–       Zit vooral in spinazie, andijvie, bietjes, bleekselderij, paksoi, sla en venkel

Vezels

– Zijn goed voor de stoelgang en goed tegen zowel diarree als constipatie

– Geven een verzadigd gevoel

– Zitten vooral in fruit, groenten en volkoren brood

Vitaminen

Vitamine B (daar zijn er veel van, maar liefst 8 verschillende: B1, B2 (Bassie & Adriaaaaan! J), B3, B5, B6, B8, B11 en B12):

–       Zijn nodig voor de groei en goed werking van je lijf

–       Zijn nodig voor energie, zenuwstelstel en aanmaak van rode en witte bloedlichaampjes

–       Zitten onder andere in groene groenten, als broccoli, andijvie en spinazie, maar ook in aardappelen, brood en vlees

Vitamine C:

–       Zorgt ervoor dat ijzer uit voeding beter wordt opgenomen

–       Speelt belangrijke rol bij het op peil houden van je weerstand

–       Zit vooral in citrusfruit, kiwi’s, bessen, aardbeien, aardappels en koolsoorten (bv spruitjes)

Vitamine D:

–       Zorgt dat calcium goed uit voeding wordt opgenomen

–       Zorgt hierdoor indirect mede voor sterke botten en tanden tijdens groei

–       Zit vooral in vette vis zoals zalm, haring en makreel

–       Kan bijdrage leveren tegen depressieve gevoelens

–       Kun je ook halen uit de zon: elke dag een rondje wandelen doet wonderen (ook als de zon niet echt lijkt te schijnen, ze is er altijd)!

Tips:

Kook je groenten niet te lang en met weinig water, anders kunnen de vitaminen verloren gaan.

Aan sommige voedingsmiddelen (bijvoorbeeld babyvoeding) worden vitaminen toegevoegd, hoeft niet slecht te zijn, maar waarom zou je dit eten als dezelfde vitaminen in gezond voedsel te vinden is?

Energie

Voeding levert natuurlijk energie, het is de brandstof voor ons lijf. Energie zit in eiwitten, koolhydraten (= suiker + zetmeel) en vetten. Vitaminen en mineralen leveren van zichzelf niet direct energie.

Voedingsmiddelen waar veel suiker in zit (en weinig andere bouw/voedingsstoffen), bijvoorbeeld cola, leveren snel energie, omdat je lijf de suiker snel opneemt. Echter, deze energie is van korte duur en levert vrij snel een dip in je energieniveau op. Daarbij zijn suikerhoudende producten als cola echte dikmakers.

Wil je graag langdurige energie zonder dips? Let er dan op dat je een goede mix eet van vezels, zetmeel, eiwitten en vetten.